Treurwilgen, walnoten en groene kikkers.

Met de maandagmorgen wandelgroep met twee trainers rijden we tezamen in meerdere auto’s naar het mooie Hemmen. Sommige dapperen komen op de fiets. Onderweg zien we een modern rietgedekt huis met rieten muren en smalle hoge ramen. De Overbetuwe verwelkomt ons met veel groen, water en landerijen. Dichtbij de kasteeltuin verzamelen we bij onaards diepblauwe plassen met oude treurwilgen omhuld door zonlicht.

Het kasteel is eertijds afgebrand en het landhuis dat daarna binnen de kasteelgracht werd gebouwd is in de oorlog kapotgeschoten. Er ligt nog een ruïne achter een hek.
Via een brug met witte paaltjes zien we jonkvrouwen uit het verleden door de brede bomenlaan rijden.

Nu dwalen we door het veelkleurig groene landschap. Langs de Linge schiet een grote vis weg als een meerkoet ijlings opstijgt. Een visser met een nog lege emmer, vertelt dat ‘t niet wil vlotten. Een groepje jonge jongens in het zwart met fiets en motor, rookt op een stille plek voordat ze een stuk stokbrood eten.
Tussendoor hebben we al in een grote kring onze sportoefeningen met zwaaien, draaien en uitrekken naar de zon, volbracht.
Bij de mooie plassen zien we tussen de bomen een meerkoetnest waar gebroed wordt.


Op een groot leeg veld zijn ruim honderd verschillende jonge walnotenbomen aangeplant. Terugbuigend, zien we in de verte een mystiek kleurennevellandschap, veroorzaakt door de zon, die het uiteenwaaierende sproeiwater van de boer doorschijnt.
We lopen verder door een schaduwrijke hazelaarlaan en langs een weiland met ingenieuze, zelfgemaakte houten hekken. Eigenlijk lopen we vandaag onze wandeling tegenovergesteld aan eerdere jaren.

Bij de Hemmense kasteeltuin staan enkele vrijwilligers, samen met en Jan die dertig vrijwilligers aanstuurt, al klaar met koffie, thee, koeken en verhalen. We zitten rondom Jan en Jaap die onze ontmoeting tot stand brachten. We vernemen de geschiedenis van de kasteelheren en van de kinderloze laatste baron die het uitgestrekte Hemmense landgoed bijeen wilde houden. Zo ontstond de stichting met erfpachthuizen, het kerkje, de ruïne en het vele land. Daarnaast en daarbinnen ontstond door Jan de stichting kasteeltuin Hemmen, met gesubsidieerde stenen paden, mooie hagen en naambordjes en een keur aan planten, veelal gekregen via tuingoed handelaren waarmee Jan als tuinbouwer al langer kontakten had.

We kijken eindeloos naar de felgroene kikkers, die zonnend op de grote waterleliebladeren liggen en zwemmend naar een volgend blad gaan. In een vogelhuisje heeft een grote familie hommels haar intrek genomen.
Dieppaarse lelies en alliumsoorten vragen onze aandacht. Bedden vol roodpaarse grootbloemige geraniums, lichtgele vrouwenmantelbloemen en vele tere hoge blauwe bloemen staan met naamplaatjes in de bedden tussen de hagen. Allerhande hostabladeren zijn nog zonder bloemen. In het midden van de tuin ruiken we aan de nog spaarzame rode klimrozen. Hoog tijd om ons van de bloemen los te scheuren. We komen zeker terug naar Hemmen.

Tini Noy


Geplaatst

in

door